Reumatoloog Timothy Radstake is als hoogleraar translationele immunologie verbonden aan het UMC Utrecht, waar hij leiding geeft aan een onderzoeksteam van veertig man. Hij heeft een heldere missie: ‘We willen meer weten over de oorsprong van deze groep van ziekten.’
Wie is Timothy Radstake?
Timothy Radstake is hoogleraar translationele immunologie bij het UMC Utrecht en directeur van het Utrecht Infection & Immunity FOCIS Center of Excellence. Hij is opgeleid en gepromoveerd aan het Radboudumc.
In hoeverre de doorsnee reumapatiënt van nu beter af is dan die van twintig jaar geleden? Radstake (43) hoeft er niet lang over na te denken. ‘Dat is een groot verschil. Toen zag je nog regelmatig patiënten met reumatoïde artritis, de meest bekende vorm van reuma, in een rolstoel zitten. Nu zie je dat amper nog. We kunnen reuma nog niet genezen, maar wel flink terugdringen met medicijnen.’
Wisselwerking
Belangrijk is dat de ziekte nu eerder herkend wordt dan pakweg tien jaar geleden. Studies wijzen uit dat een reumapatiënt nu gemiddeld twaalf dagen na de eerste ontsteking bij een arts zit, terwijl dat voorheen een week of zes duurde. Radstake: ‘Er is een wisselwerking tussen betere geneesmiddelen en snelle diagnostiek. Mensen gaan nu eerder naar een arts en worden sneller doorverwezen, omdat bekend is dat er meer aan te doen is dan vroeger. En als de diagnose eerder wordt gesteld, kunnen we die medicijnen sneller inzetten. Dat is essentieel, want dit is een ziekte die complexer wordt naarmate de tijd verstrijkt.’
Nederland telt bijna twee miljoen mensen die een vorm van reuma hebben. Er is momenteel veel onderzoek naar targeted treatments: medicijnen die zeer gericht alleen het deel van het lichaam aanpakken waar een ontsteking zit. En er is veel aandacht voor de oorsprong van de ziekte. Reumaklachten ontstaan door een afwijking in het immuunsysteem. Die afwijking in de afweer is er vaak al tien tot vijftien jaar voordat de patiënt de eerste ontstekingen krijgt, bijvoorbeeld in de gewrichten.
Systeem
Radstake: ‘De ontsteking is het uiteindelijke symptoom. Maar we moeten beter kijken naar het begin, om verder te komen met de bestrijding van deze ziekte. In vergelijking met bijvoorbeeld kanker moet je bij reuma dieper graven voordat je de oorsprong in beeld hebt.’ Daarom is Radstake gebrand op systems medicine. Dat is de bepaling van een moleculaire ‘barcode’ van elke patiënt, waarin af te lezen is waar iets mis is. Zo wordt het beter mogelijk om al te interveniëren vóórdat iemand een bepaalde ziekte ontwikkelt. Dat vroegtijdig ingrijpen gebeurt nu soms al wel, maar alleen in het kader van onderzoek.
Systems medicine vraagt om een brede blik, maakt Radstake duidelijk. Hij hamert erop dat verschillende cellen en weefsels betrokken moeten worden in de analyses. ‘Misschien heeft een flink deel van de reumapatiënten bijvoorbeeld dezelfde genetische afwijking als veel patiënten met chronische darm- of oogontsteking. Dan hebben ze mogelijk ook baat bij dezelfde geneesmiddelen. ‘Het is echt tijd dat we de muren tussen de verschillende ziektebeelden afbreken.’
Personaliseren
Nu starten artsen de behandeling vaak nog op grond van algemene classificaties en ervaringen. ‘We kunnen de behandeling nog niet zo goed personaliseren als we willen, maar daar werken we hard aan.’ Om een betere behandeling op maat mogelijk te maken, verzamelt het UMC Utrecht sinds 2016 gegevens via een zogeheten infectie- en immunologie cohort. Dat is een groep patiënten waarvan langdurig data worden geregistreerd, voor wetenschappelijke doelen. Dat gebeurt bijvoorbeeld via bloedafname. In het Utrechtse cohort zitten inmiddels zo’n 25.000 patiënten, met ruim twintig verschillende ontstekingsziektes. ‘Het is de bedoeling dat straks elke nieuwe reumapatiënt meedoet in dit cohort. Dat is uniek.’
‘Ik ben positief over de samenwerking met deze bedrijven.'
Gedrevenheid
Geld is het grootste knelpunt bij onderzoek naar reuma, zegt Radstake. ‘Soms krijgen we van de Nederlandse overheid of Europese Unie een subsidie van een paar miljoen euro. Elk bedrag is natuurlijk welkom, maar dat is echt een druppel op een gloeiende plaat. Er is veel meer nodig.’ Radstake is blij dat geneesmiddelenbedrijven zijn onderzoeksprojecten grotendeels financieren. ‘Anders zouden we nooit zoveel progressie kunnen boeken. Wij vragen vanuit het UMC de projecten aan. En we maken heldere afspraken over onze wetenschappelijke onafhankelijkheid.’
Elke maand werkt Radstake drie weken in het UMC Utrecht en een week, vanuit de universiteit, in Engeland bij geneesmiddelenbedrijf GSK. Namens het UMC Utrecht werkt hij bovendien samen met diverse andere leden van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. Bedrijven die geneesmiddelen ontwikkelen en produceren zijn momenteel sterk gefocust op personalised medicine, oftewel behandeling op maat, ervaart Radstake. ‘Ik ben positief over de steeds intensievere samenwerking met deze bedrijven, bijvoorbeeld bij klinisch onderzoek, omdat ik er veel vakmanschap en gedrevenheid ontmoet. Er is grote bereidheid om tijd en geld te investeren, om het juiste middel aan de juiste patiënt te kunnen aanbieden, op het juiste moment. Gewoon om die patiënt beter te maken, dus.