In de komende vijf jaar komen hopelijk middelen op de markt waarmee de ziekte van Alzheimer in een vroeg stadium af te remmen is. Of zelfs te stoppen. Een interview met Alzheimerexpert Philip Scheltens, hoogleraar neurologie en directeur Alzheimercentrum in het Amsterdamse VU Medisch Centrum. Hij is optimistisch.
Wie is Philip Scheltens?
Philip Scheltens is hoogleraar neurologie en directeur van het Alzheimercentrum van het VU Medisch Centrum. Philip Scheltens is mede initiatiefnemer van het Deltaplan Dementie, en kreeg begin 2017 de prestigieuze European Grand Prix for Research of the Foundation on Alzheimer's Disease.
Op de dag van het interview voorspelt het RIVM Trendscenario dat de sterfte door dementie in de komende decennia verdrievoudigt, tot veertigduizend sterfgevallen in 2040. Het aantal patiënten bedraagt dan een half miljoen, bijna twee keer zo veel als nu. Scheltens (60) is als arts en onderzoeker al 25 jaar betrokken bij de behandeling van Alzheimerpatiënten. Toen hij aan zijn loopbaan begon, was er nog niet veel aandacht voor dit onderwerp. ‘Ik heb hier jarenlang in mijn eentje onderzoek gedaan, tegen de stroom in. Het beeld was dat Alzheimer bij de ouderdom hoort, terwijl het echt een ziekte is.’ In 2000, toen het Alzheimercentrum tot stand kwam, ontstond er al meer belangstelling. Vanaf 2010 groeit de aandacht voor Alzheimer, ook wereldwijd. De Verenigde Staten hadden een voorsprong; daar was men al in 1994 wakker geschud door het nieuws dat ex-president Ronald Reagan aan de ziekte van Alzheimer leed. In 2011 nam Scheltens het initiatief voor het Deltaplan Dementie, waarin aandacht is voor onderzoek, verbetering van de zorg en dementie in de samenleving. En intussen groeit zijn eigen Alzheimercentrum al bijna weer uit de huidige behuizing.
Hoop
Scheltens heeft goede hoop dat in de komende jaren de eerste effectieve middelen op de markt komen die het ziekteproces kunnen afremmen of stoppen. Tientallen potentiële geneesmiddelen worden wereldwijd onderzocht in de laboratoria van geneesmiddelenbedrijven en biotechnologiebedrijven. In de afgelopen jaren werd duidelijk dat het moeilijk is om een effectief Alzheimer-middel te ontwikkelen. Enkele veelbelovende middelen bleken toch niet effectief te zijn in de onderzochte groepen patiënten. Scheltens: ‘Voor bedrijven is dat natuurlijk een enorme tegenslag. Maar wetenschappelijk gezien hebben we daar veel van geleerd. Die kennis kan worden ingezet bij het ontwikkelen van nieuwe middelen. En we weten nu ook veel beter hoe en bij welke specifieke patiënten we een middel moeten onderzoeken.’
Eiwitten
Vroeger werd de diagnose Alzheimer gesteld op grond van geheugen, gedrag en neuropsychologisch onderzoek. Mede dankzij Scheltens' onderzoek is ook de MRI-scan een onmisbaar onderdeel van de Alzheimer-diagnostiek. Onderzoekers kijken intussen naar steeds vroegere stadia van de ziekte. Aan de aantasting van de hersenen gaat namelijk een jarenlang proces vooraf. Door nog onbekende oorzaken gaan cellen in de hersenen het eiwit APP op een andere manier afbreken. Die afwijkende afbraakproducten plakken aan elkaar en vormen zogeheten amyloïde plaques. Dat is schadelijk voor hersencellen; de meeste onderzoekers denken daarom dat de vorming van amyloïd de belangrijkste stap is in het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Scheltens: ‘Er zijn veel aanwijzingen dat amyloïd een sleutelrol speelt. Maar daarnaast zijn ook kluwens van het tau-eiwit en afwijkingen aan de bloedvaten vaak betrokken bij het ontstaan van de ziekte. Een effectieve behandeling richt zich waarschijnlijk op meerdere doelwitten, aangepast aan de specifieke situatie van de patiënt. Uiteindelijk moeten we toe naar personalised medicine.’
'Uiteindelijk moeten we toe naar personalised medicine.'
Vioolspelen
Naast middelen die het ziekteproces in een vroeg stadium aanpakken, bijvoorbeeld door de vorming van amyloïd te remmen, zijn ook middelen in ontwikkeling die zich richten op een betere behandeling voor patiënten die al wel ziekteverschijnselen hebben. Dan gaat het bijvoorbeeld om middelen die zich richten op bescherming en herstel van de verbindingen tussen zenuwcellen, de synapsen. Dementie ontstaat doordat die verbindingen verloren gaan. Scheltens: ‘Hoe meer synapsen je hebt en houdt, des te beter ben je beschermd. Sporten, vioolspelen, intellectuele uitdagingen opzoeken, dat helpt allemaal om meer synapsen aan te maken en biedt dus een zekere bescherming tegen de ziekte van Alzheimer. Maar helaas kun je ook gewoon pech hebben, soms zelfs al op jonge leeftijd. Ik hoop dan ook van harte dat we voor al onze patiënten in de komende jaren een effectieve therapie vinden.’